Stikstof Q&A met Wilma Dirken

VVD Brabant stikstof woordvoerder Wilma Dirken beantwoordt al jouw vragen over de ontwikkelproblematiek in Brabant.

Q: Wat is de kern van het probleem?

In Nederland staan we niet graag stil. We bouwen huizen, leggen wegen aan en investeren in nieuwe en bestaande bedrijven. Sommige van deze ontwikkelingen zijn slecht voor de natuur. We hebben jaren geleden afgesproken dat we de natuur zouden verbeteren en herstellen, om zo onze ontwikkelingen mogelijk te blijven maken. In het Programma Aanpak Stikstof (PAS) was beschreven hoe we èn konden ontwikkelen èn de natuur konden beschermen. De rechter heeft in mei 2019 echter geoordeeld dat het Nederlandse stikstofbeleid (PAS) juridisch niet goed genoeg klopt. Daarom kunnen geen vergunningen meer verleend worden als onduidelijk is of er schade aan de natuur wordt toegebracht door teveel neerslag van stikstof.

 

Q: Waarom noemt de VVD-Brabant het stikstofprobleem een ontwikkelprobleem?

Wij willen dat iedereen vooruit kan in Noord-Brabant. Je moet een huis kunnen bouwen, over een nieuwe of verbeterde weg kunnen rijden, je bedrijf kunnen doorontwikkelen. Dat kan nu niet overal, omdat de rechter heeft beslist dat de toestand van de natuur niet verder achteruit mag gaan door die ontwikkelingen. Wij zoeken daarom naar oplossingen om de ontwikkelingen weer mogelijk te maken. Daarom noemt VVD-Brabant het een ontwikkelprobleem.

 

Q: Waar ging het op 25 oktober over in Provinciale Staten?

Op 25 oktober zijn twee onderwerpen behandeld die te maken hadden met stikstof.


1.     Beleidsregels
Het eerste debat ging over de beleidsregels “Aanpak stikstof” van 8 oktober 2019. Deze beleidsregels zijn op 8 oktober in alle provincies vastgesteld en in sommige provincies inmiddels weer (deels) ingetrokken.

2.     Interim-omgevingsverordening
Het tweede debat ging over de interim omgevingsverordening. Daarin staat in welke gevallen ondernemers in de veehouderij een nieuwe aanvraag om omgevingsvergunning in moeten dienen om verouderde stalsystemen aan te passen. Ook staat beschreven voor welke datum dat moet.

 

Q: Waarom heeft de VVD-Brabant niet gezorgd dat de beleidsregels van 8 oktober van tafel gingen?

De beleidsregels zorgen er voor dat er weer wat vergunningen verleend kunnen worden. Zonder de beleidsregel kan helemaal niemand in Noord-Brabant ontwikkelen. Bovendien gaan de regels niet alleen over de veehouderij. De regels gaan over iedereen die wil ontwikkelen. Zonder de regels zou Brabant voorlopig dus “op slot” blijven staan. In het belang van onze Brabantse inwoners heeft de VVD-Brabant daarom tegen het voorstel gestemd om de beleidsregel per direct weer af te schaffen. We hebben in plaats daarvan gevraagd om in december alle landelijke en provinciale regels ineens te kunnen bekijken. Dan kunnen we goed beoordelen welke regels nodig zijn om weer veel ontwikkeling in Brabant mogelijk te maken.

 

Q: Hoe kijkt de VVD-Brabant aan tegen de regels voor extern salderen in de beleidsregel?

Wij vinden het belangrijk dat ondernemers zelf kunnen kiezen of ze hier gebruik van maken. Niemand wordt gedwongen om met zijn bedrijf te stoppen. De regel zegt hoeveel stikstofruimte door iemand anders hergebruikt mag worden. De regel zegt niets over de verdere waarde van het bedrijf, de grond of dierrechten.

 

Q: Vindt de VVD-Brabant dat er voor heel Nederland dezelfde regels moeten komen?

Dat hangt er van af waar die regels precies voor zijn. Noord-Brabant is een bijzondere provincie. In tegenstelling tot andere provincies heeft Brabant eigenlijk alles: heel veel inwoners, landbouw, industrie, natuur, steden en dorpen, een goed wegennetwerk, recreatie, etc.

Om alles blijvend mogelijk te maken, kan het dus zijn dat hier in Brabant voor een deel andere regels nodig zijn dan in andere provincies.

 

Q: Waarom wil de VVD-Brabant pas in december verder praten over stikstof?

In mei deed de rechter een uitspraak. Daarna heeft de commissie Remkes advies aan de minister uitgebracht. De beleidsregels zijn een tussenstap, om de vergunningverlening weer op gang te brengen. Maar we zijn er nog lang niet. De minister en de provincies overleggen met elkaar de komende weken hoe het verder moet. Het overleg moet voor 1 december afgerond zijn. De VVD heeft samen met CDA, D66, Groen Links en PvdA een motie ingediend om snel na 1 december het totale plaatje te kunnen bespreken.

De voorstellen van het kabinet en de provincie kunnen we dan naast andere bestaande regels leggen. Zo wordt duidelijk wat dat totale plaatje voor iedereen betekent. De VVD-Brabant vindt dat dan pas besloten kan worden of dat plaatje realistisch en haalbaar is. We kiezen in dit geval voor kwaliteit van de besluiten, niet voor snelheid.

 

Q: Waar komen de datums in de interim omgevingsverordening vandaan?

In juli 2017 hebben Provinciale Staten besloten dat bepaalde veehouderijen snel voor minder uitstoot moeten gaan zorgen. Dat zijn bijvoorbeeld veehouderijen die een wat ouder stalsysteem in gebruik hebben. Het besluit is genomen, omdat de ontwikkelruimte in Brabant sneller op leek te raken dan eerder was gedacht. Er is in juli 2017 besloten dat de veehouderijen waar het om gaat, tot 1-1-20 de tijd kregen om een nieuwe vergunningaanvraag in te dienen. Vanwege een probleem met het systeem dat stikstofuitstoot berekent (Aerius), is de datum van 1-1-20 verschoven naar 1-4-2020.

Bij het maken van het nieuwe bestuursakkoord is door de vijf coalitiepartijen gekeken of de datums uit 2017 nog haalbaar en realistisch waren. Er is toen een uitzondering afgesproken voor bepaalde categorieën veehouderijen, omdat er bijvoorbeeld pas later een nieuw systeem beschikbaar is.

Al deze nieuwe datums moesten juridisch nog ergens vastgelegd worden. Ze zijn met het besluit van 25 oktober juridisch vastgelegd in de interim omgevingsverordening.

 

Q: VVD-Brabant heeft 1 april 2020 toch weer gewijzigd?

Ja, dat klopt. Al vanaf 2017 heeft de VVD-Brabant gezegd dat er ruimte moet zijn voor innovatieve veehouders. Zij moeten tijd krijgen om nieuwe slimme systemen in hun stallen te gaan gebruiken. Dat was niet geregeld in de interim omgevingsverordening. De VVD-Brabant heeft daarom een amendement ingediend. Innovatieve ondernemers hoeven daardoor voor 1 april 2020 alleen aan te geven dat ze met een nieuw systeem aan de slag willen. Als dat systeem een voorlopige toelating heeft (“voorlopige Rav-code”), kan de ondernemer zijn vergunning aanvragen. Gedeputeerde Staten geven de ondernemer toestemming om later klaar te zijn met de bouw, als die ondernemer aantoonbaar bezig is met het realiseren van het innovatieve systeem.

 

Q: Wat houdt de VVD-Brabant motie over Rav-codes in?

De Rav-code is nodig om een stalsysteem te mogen gebruiken. Het duurt nu vaak erg lang voordat een nieuw systeem de code krijgt. De VVD-Brabant motie vraagt de minister om iets aan deze procedure te doen, zodat deze sneller en efficiënter wordt. Ook vraagt de motie om de provinciale subsidies voor het ontwikkelen van innovatieve systemen langer open te stellen.