Statenvragen: windmolens op land

Statenlid Peter Portheine (Energie) heeft vragen gesteld over windmolens op land. VVD-standpunt: niet méér windmolens op land dan nodig voor het nakomen van bestaande afspraken. Zie hieronder de vragen.

Geacht college,


Via onze collega Statenfractie in Friesland werden wij gewezen op bijgaand artikel in de Leeuwarder Courant van 31 maart jl. (zie bijlage). In dat artikel het volgende citaat : ‘We zijn blij met het succes van wind op zee, maar moeten ook maximaal inzetten op wind op land’, stelt een woordvoerder van het Interprovinciaal Overleg, het samenwerkingsverband tussen de twaalf provincies. Ook provincies die zich eerder tegenstander toonden van meer windmolens scharen zich achter het gezamenlijke standpunt van de provincies: ‘meer windmolens op het land’.

De VVD heeft hierover de volgende vragen aan uw college:

  1. Kent U dit artikel ? (Aangezien het een artikel in de Leeuwarder Courant betreft kunnen wij ons voorstellen dat U dit wellicht heeft gemist, derhalve in de bijlage)
  2. Herkent U zich in de strekking van het artikel en met name het IPO standpunt?
  3. Kunt U ons aangeven in hoeverre in IPO verband al wordt gesproken over inzet op uitbreiding opgesteld vermogen windenergie op land, ter voorbereiding op de komende onderhandelingen voor een nieuw klimaatakkoord met het Rijk?
  4. Wat is uw standpunt t.a.v. uitbreiding capaciteit wind op land na realisatie van de overeen gekomen capaciteit van 470,5 MW als onderdeel van de landelijke afspraak van 6000MW?
  5. De VVD Statenfractie wil t.z.t. een oordeel kunnen vormen over een nieuw klimaatakkoord voordat deze definitief wordt vastgesteld. Bent u bereid om het concept klimaatakkoord met PS in een oordeelsvormende themavergadering te bespreken voordat het definitief wordt?


Namens de VVD Statenfractie Noord-Brabant,

Peter Portheine