Om ons punt duidelijk te maken, nemen we u even mee in de
normale gang van zaken bij Provinciale Staten. Onderwerpen komen niet zo maar
op de politieke agenda. Eerst wordt een onderwerp besproken in een ‘procedurevergadering’
met vertegenwoordigers van alle fracties. Deze vergadering kan bijvoorbeeld
besluiten om informatie voor kennisgeving aan te nemen, een themabijeenkomst te
organiseren of een onderwerp op de agenda van een Statenvergadering te zetten. Het
is dé manier voor partijen om onderwerpen bespreekbaar te maken.
De memo waar het nu om gaat, is in november 2017 naar
Provinciale Staten gestuurd en op 19 december besproken in de
procedurevergadering. De memo werd unaniem ter kennisgeving aangenomen.
En dan ligt er op 9 februari 2018 plotsklaps een verzoek
van de ChristenUnie-SGP, ondersteund door onder andere het CDA en de PVV, om de
memo in een extra Statenvergadering te bespreken. Niet in een themabijeenkomst
om het onderwerp inhoudelijk te bespreken, niet in kleiner gezelschap met enkel
de woordvoerders, maar met álle Statenleden. Nogmaals: twee maanden nadat de
memo unaniem ter kennisgeving was aangenomen, met álle Statenleden én niet over
de inhoud.
Dit deel van de oppositie heeft kennelijk geen
inhoudelijke wensen meer voor een beter Brabant. Als VVD hebben we die wel. We willen
het bijvoorbeeld hebben over verdere bestrijding van de criminaliteit. Over oplossingen
voor de verontrustende hoeveelheid drugs- en afvaldumpingen. Of over kansen
voor bedrijven om zich in Brabant op bedrijventerreinen te vestigen en zo voor
extra werkgelegenheid te zorgen.
De VVD zal vrijdag aanwezig zijn bij deze extra
vergadering. Niet omdat het onderwerp een extra vergadering rechtvaardigt, maar
omdat de aanvragers nu eenmaal het recht hebben om een extra vergadering aan te
vragen.
Martijn van
Gruijthuijsen, fractievoorzitter VVD Brabant
Wilma Dirken,
Statenlid VVD Brabant en woordvoerder Vergunningen, Toezicht en Handhaving