De VVD Brabant vindt het belangrijk dat er voldoende
ruimte is voor de ontwikkeling van bedrijventerreinen. Naar aanleiding van dit
bericht in het Brabants Dagblad heeft Wilma Dirken namens de VVD Brabant
Statenfractie daarom de volgende vragen gesteld aan het College van
Gedeputeerde Staten:
1. Net
voor de zomer informeerde onze fractie al schriftelijk naar de stand van zaken
rondom de ontwikkeling van bedrijventerreinen. In de beantwoording van 3 juli
2017 is aangegeven: “Dit harde aanbod sluit in kwalitatief opzicht niet aan op
de ruimtevraag. Vooral voor (zeer) grootschalige logistiek is extra ruimte
nodig om de vraag te kunnen accommoderen.” Wat is er sinds dat moment concreet
gebeurd om de vraag daadwerkelijk te accommoderen?
2. Heeft
de Gedeputeerde in beeld hoeveel bedrijven er het laatste halfjaar al zijn
afgehaakt wegens gebrek aan beschikbare locaties en wat dit op korte termijn
betekent voor de Brabantse economie?
3. Kan
de Gedeputeerde aangeven welke provinciale ruimtelijke regels op dit moment
belemmerend werken en hoe die naar zijn mening op zeer korte termijn zodanig
aangepast kunnen worden dat de grootschalige bedrijventerreinen voortvarend
ontwikkeld kunnen worden? Is er verband tussen de geconstateerde belemmeringen
en het uitblijven van de ontwikkeling van het Logistiek Park Moerdijk?
4. Kan
de gedeputeerde aangeven welke acties er nog deze raadsperiode door bestuurders
in gemeenten, dan wel provincie ingezet moeten worden om te zorgen dat nog dit
jaar de spreekwoordelijke schop de grond in kan? Is het bijvoorbeeld nodig dat
daarvoor op zeer korte termijn extra regionale ruimtelijke overleggen worden
belegd?